‘Tijdens mijn pabo-opleiding liep ik op verschillende scholen stage en zo leerde ik vooral wat er niet bij me past. Klassikaal onderwijs binnen strakke kaders. Moeten en nog eens moeten. Na zo’n werkdag was ik uitgeput. Mijn eindstage deed ik bij een Surplus school. Dat was een verademing. Als ik voor de klas sta, krijg ik altijd energie.
Op Surplus scholen zijn welbevinden en betrokkenheid belangrijk. Kinderen vinden het leuk om te leren. In de pauze vragen ze bijvoorbeeld of ze spelling mogen oefenen. Ze verzinnen dan een dictee voor elkaar of gaan spellen met allerlei bewegend-leren-spelletjes. Doordat ze zo betrokken zijn, doen ze goed mee met de les.
In de klas heerst een prettige sfeer. Kinderen hebben wel eens onenigheid, maar er wordt minimaal gepest. Ze voelen zich ook bij mij betrokken. Om niets te vergeten, schrijf ik regelmatig op Post-its. Laatst herinnerde een kind mij aan een afspraak. Ze ging het wel even voor mij op een Post-it schrijven onder het mom van ‘We moeten de juf ook een beetje helpen.’ Dat ontroert mij.
Ik ben heel erg open tegen de kinderen, omdat ik denk dat je daar het verst mee komt. Dat vind ik terug bij collega’s. Je kunt makkelijk bij elkaar binnenlopen en we helpen elkaar wanneer dat nodig is. Bij Surplus kan ik mij zelf ook ontwikkelen. Binnenkort ga ik de training ‘Rots en water’ volgen over weerbaarheid en groepsdynamiek.’
Astrid Alfering
Leerkracht
Astrid Alfering
Leerkracht
Bij Surplus onderzoeken we welke vernieuwingen voldoende opleveren voor de ontwikkeling van kinderen. Die integreren we in het onderwijs. Zelf volg ik de Surplus-opleiding ‘Specialist Toekomstgericht onderwijs.
Bastienne Bijl
Leerkracht
Bastienne Bijl: “‘Surplus is voor mij vooral verbondenheid. Er is veel ruimte om elkaar op te zoeken. Als je een vraag hebt, zeggen collega’s al snel: ‘O, kom even kijken dan.’